‘We gaan nu ook oefenen om wat losse opmerkingen te maken, gewoon over dingen die ons opvallen,’ zegt Joustra tegen Jesse. ‘Er staan nog helemaal geen gele pilaren in het midden hè,’ zegt de jongen. Joustra, enthousiast: ‘Dat was nou zo’n opmerking, wat leuk!’ Even later wil Jesse een nieuwe laag op het bouwwerk aanbrengen. Hij gaat op zoek naar een houten plankje dat hij ‘etage’ noemt. Razendsnel drukt Joustra haar beide handen stevig op de stapel plankjes. ‘Mag ik die hebben?’ vraagt Jesse rustig. Al gauw heeft hij alweer een plankje nodig. ‘Mag ik een plankje?’ vraagt hij, waarna Joustra de stapel van onder haar vest tevoorschijn tovert.’
Behalve het nemen van initiatief, leert Joustra kinderen met autisme ook om hun gedachten uit te spreken. Joustra: ‘Vaak gaat het mis doordat zij dat niet doen.’ Als voorbeeld noemt zij een 12-jarige jongen die zij op school begeleidt; hij heeft daar regelmatig woedeaanvallen. ‘Samen analyseren we wat er vóór die aanval is gebeurd, door te vragen naar de bekende G’s uit de gedragstherapie: Gebeurtenis, Gedachte, Gevoel, Gedrag en Gevolg. Onlangs was hij heel boos geworden omdat de juf een vraag die hij niet begreep maar blééf herhalen. Ik heb hem uitgelegd dat zij dat nooit had gedaan als hij meteen had gezegd: ‘Ik snap het niet.’
‘Dankzij PRT krijgen ouders weer het gevoel dat ze ertoe doen’
Als kinderen met autisme niet uitspreken wat zij denken, vult de omgeving vaak dingen voor hen in, zegt Joustra. Veel ouders zijn volgens haar ware kampioenen in het anticiperen op de wensen van hun kind. ‘Zij kunnen zich echter beter wat vaker van de domme houden om zo de communicatievaardigheden van hun kind te stimuleren. Ook zouden sommige ouders beter wat minder zaken voor hun kind kunnen regelen. Vanuit de beste bedoelingen nemen zij elk hobbeltje uit het dagelijks leven weg, ook om probleemgedrag te voorkomen. Hierdoor wordt het kind echter onnodig afhankelijk. Want hoe kun je bijvoorbeeld leren om zelf je ov-kaart op te laden als je moeder dat altijd voor je doet?’
De komende jaren wil Joustra zich vooral gaan bezighouden met het hele jonge kind. Samen met een collega-psycholoog ontwikkelde zij onlangs een PRT-training voor ouders van kinderen tussen een halfjaar en drie jaar oud. ‘Zodra er iets aan de hand is op het gebied van de sociale gerichtheid – en er zijn geen problemen met het zicht of het gehoor – wil ik aan de slag gaan.’ Op dit moment betekent geen diagnose echter geen financiering voor therapie. ‘Maar dat gaat vast en zeker veranderen,’ zegt Joustra. ‘Ouders die nu dankzij de verbeterde vroegtijdige screening te horen krijgen dat hun kind problemen heeft op sociaal gebied, zijn immers gebaat bij een effectieve behandeling, gericht op het stimuleren van de interactie. En voor een diagnose is het bij deze kinderen vaak nog te vroeg.’
Het bouwwerk is nu drie etages hoog, de bovenste zijn helemaal volgestouwd met kleurige pilaren. Geconcentreerd probeert Jesse één van de weinige overgebleven pilaren op de begane grond te verwijderen met het haakje. Dat gaat mis. Het hele gebouw stort in één klap in. Jesse is duidelijk van zijn stuk gebracht. Hij opent zijn mond, maar zegt niets. ‘Wat een schrik hè,’ zegt Joustra. ‘Maar we kunnen er wel tegen. Weet je nog dat je vorige week ook zo schrok? Kun je aangeven waar je toen iets voelde?’
Joustra gelooft heilig in vroege interventie via PRT. Hoe langer je wacht, des te groter wordt volgens haar de achterstand op sociaal gebied. ‘Een baby is op dag één al sociaal gericht en leert daardoor de hele dag door. Kinderen met autisme lijken meer objectgericht en missen al die natuurlijke leermomenten die andere kinderen wel hebben. Zonder de gerichtheid op de ander missen zij ook voortdurend belangrijke informatie. Als een kind bijvoorbeeld niet naar het gezicht van de ouder kijkt als er een vreemde voor de deur staat, weet het niet of die persoon veilig is of niet.’
Natuurlijk kan ook op latere leeftijd nog veel worden aangeleerd op sociaal gebied, geeft Joustra toe. Het menselijk brein is immers opvallend plastisch. ‘Maar dan wordt het net als het op volwassen leeftijd aanleren van een nieuwe taal en lukt het nooit meer zo goed als op jonge leeftijd.’
Er zit volgens haar nog een groot risico aan ingrijpen op latere leeftijd, namelijk dat de ouder ‘uitdooft’. ‘Als ouders lange tijd niets terugkrijgen van hun kind, als er geen wederzijds contact is, dan is het logische gevolg dat zij het opgeven om actief tegen hun kind te praten of om vaak spelletjes met hem te spelen. Dan wordt het kind helemaal niet meer gestimuleerd en raakt het nog verder achter in zijn ontwikkeling.’ PRT als vroege interventie is volledig gericht op de ouders. Tijdens een training van ongeveer twintig uur leren zij technieken aan waarmee zij hun kind de hele dag door kunnen verleiden tot sociale interactie. ‘Daardoor ontstaan er opeens heel veel leermomenten, net als bij kinderen zonder autisme,’ zegt Joustra. Tijdens de training wordt veel gebruikgemaakt van fysieke spelletjes waarvan jonge kinderen vaak geen genoeg kunnen krijgen, zoals het rondzwaaien aan de armen of het schootspelletje dat hoort bij het liedje Hop paardje hop. ‘Dankzij PRT krijgen ouders weer het gevoel dat ze ertoe doen,’ zegt Joustra. ‘Ze kunnen weer plezier maken met hun kind en er ontstaat weer hoop.’
Uit een doos met het opschrift Brain Blocks haalt Joustra razendsnel een plat kartonnen bord waarop een dikke zwarte omtrek staat van een menselijk lichaam. Ze vraagt of Jesse kan aangeven waar in zijn lichaam hij de schrik voelde, door blokjes te leggen op de juiste plekken. In het wilde weg begint de jongen blokjes over het hele lichaam te gooien. ‘Kijk, ik zal je even laten zien waar ik toen iets voelde,’ zegt Joustra rustig en ze legt één blokje op het hoofd en één op de buik. ‘En nu jij!’ Opnieuw gooit Jesse blokjes op elk lichaamsdeel. ‘Help je even met opruimen, Jesse?’ zegt Joustra vriendelijk. Het is tijd voor een nieuw spelletje.